1e LAB-71: Prestaties in zijn puurste vorm

De SuperSix EVO is de eerste Cannondale-release die wordt aangeboden onder de naam LAB71. LAB71 staat voor Cannondale's Skunkworks divisie, die zich richt op racen, vergelijkbaar met AMG voor Mercedes of BMW's M divisie. In een aparte aankondiging stelde Cannondale dat de LAB71 het "summum van fietsprestaties" vertegenwoordigt en de kroonjuwelen van het productaanbod zijn.

Afgezien van het marketingjargon is het spannend om te zien wat er achter de naam zit. Het hoogste niveau van de LAB71 SuperSix EVO wordt gekenmerkt door een volledig opnieuw ontworpen carbon lay-up in vergelijking met zijn Hi-MOD en carbon tegenhangers, die Series 0 wordt genoemd. De Series 0-constructie maakt gebruik van een speciale lay-up van koolstofvezel en nanohars waarvan wordt beweerd dat deze uitzonderlijke sterkte en stijfheid biedt, waardoor technici meer uit minder materiaal kunnen halen. Het resultaat is een frame dat slechts 770 gram weegt (maat 56, volledig gelakt).

2. Sneller in elk opzicht

Als racefiets mag het feit dat aerodynamica centraal staat bij de nieuwe fiets geen verrassing zijn. De beloofde toename in efficiëntie zou een merkbaar verschil moeten maken op het asfalt. Het team achter de gestroomlijnde SystemSix aerofiets van het merk kreeg de opdracht om een allround racefiets te ontwikkelen die de weerstandswaarden van een aerofiets bereikt zonder het gewicht of andere nadelen.

Dankzij de verfijnde framevorm en in combinatie met de andere updates die hieronder worden beschreven, bespaart het nieuwe platform volgens Cannondale een hele 12 watt bij 45 km/u in vergelijking met het vorige model. Het is niet alleen sneller dan het vorige model; Cannondale beweert ook dat het sneller is dan de belangrijkste concurrenten Specialised S-Works (4 watt) en Trek Emonda SLR (12 watt).

Hoewel Cannondale beweert de aerodynamische efficiëntie van het frame te hebben verbeterd, blijven de geometrie, stack en reach ongewijzigd ten opzichte van het vorige model.

De enige verandering betreft de maten, waarbij framematen 60 en 62 zijn samengevoegd tot één maat, die Cannondale maat 61 noemt. De maat 61 frames hebben een effectieve bovenbuislengte van 600 mm, wat precies halverwege de twee maten is. De stack is 60,5 cm, wat iets korter is dan de 61,4 cm en 63,4 cm van de huidige 60 en 62 framematen, en de reach is 40,3 cm, waarmee het verschil tussen de twee maten van de vorige line-up wordt gedeeld.

Wat betreft bandenspeling is Cannondale op dezelfde lijn gebleven met 30 mm. Dat is een conservatief getal, maar zoals het merk zegt, is er een marge van 6 mm aan elke kant. Theoretisch zou er nog meer ruimte zijn voor bredere banden.

3. aanzienlijke gewichtsbesparing

Zoals al eerder aangegeven, is er aanzienlijk bespaard op gewicht bij de nieuwste versie van de SuperSix EVO. Het topmodel LAB71 weegt naar verluidt 6,8 kg voor een complete fiets in maat 56 (zonder pedalen). Dat is een besparing van 600 gram ten opzichte van het vorige model.

Elders in het assortiment adverteert Cannondale met indrukwekkende gewichten voor het Hi-MOD frame, dat met 810 gram slechts 40 gram meer weegt. Dit wordt mogelijk gemaakt door de beroemde Hi-Modulus koolstofvezelmix van het merk.

Aan de andere kant van het spectrum hebben de carbon modellen een mix van high modulus en mid-modulus carbonvezels, wat resulteert in een iets zwaarder framegewicht van 930 gram.

Alle modellen in het assortiment hebben dezelfde framevormen en integratieopties, die hieronder in meer detail worden uitgelegd, dus hoewel er kleine verschillen in rijkwaliteit merkbaar kunnen zijn, zijn deze op zijn best marginaal.

4. Esthetiek

Op de derde plaats op de prioriteitenlijst van het Cannondale ontwerpteam stond de esthetiek van de fiets. De drie punten die van belang waren, waren het "doorbreken van de mal" van conventionele aerobuizen, het uitdagen van de grenzen van kleur, materiaal en afwerking en een onberispelijke styling van de onderdelen. Als we eerlijk zijn, is het nieuwe ontwerp niet echt "baanbrekend", maar biedt het wel een aantal subtiele verbeteringen, voornamelijk gecentreerd rond het gebogen ontwerp van de seatstays, die de fiets enigszins onderscheiden van de huidige racefietsen die een opvallend vergelijkbaar silhouet hebben.

Qua kleur, materialen en onderdelenintegratie is uiterlijk subjectief, maar we moeten zeggen dat dit het kleurrijkste aanbod van een groot merk in jaren is. Met kleurspatten en stijlvolle accenten die elke fiets uit het assortiment sieren, geven we graag toe dat er geen enkele kleuroptie is waar we niet graag een been overheen zouden leggen, laat staan aan de muur zouden hangen.

5. Volledig nieuwe, op motorsport geïnspireerde cockpit

Cannondale is de uitdaging aangegaan om voor eens en altijd een einde te maken aan het verwijt dat alleen de zwaarste rijders op een racefiets kunnen rijden. De SystemSix is daarom ontworpen om net zo meegaand te zijn als Cannondale's klassieke lichtgewicht racefiets, de SuperSix.

De fiets dankt deze eigenschap aan de Hi-MOD carbon constructie in meerdere lagen, die trillingen absorbeert en oneffenheden compenseert. Daarnaast maakt het frame het gebruik van bredere wielen mogelijk, 26 mm werkelijke breedte om precies te zijn.

Het grotere luchtvolume dat de nieuwe KNØT 64 wielen toestaan, maakt het mogelijk om met minder druk op de banden te rijden. Dit verhoogt het rijcomfort aanzienlijk.

6. Nieuwe Wielen

Samen met de R-ONE cockpit is er een compleet nieuwe, 50 mm diepe, tubeless-compatibele Hollowgram wielset ontwikkeld. De twee modellen R-SL 50 en R-S 50 hebben dezelfde gehoekte velgvorm met 21 mm binnenbreedte en 32 mm buitenbreedte. Het grootste verschil zit in de beschikbare spaak- en naafopties. De R-SL gebruikt Aerolite spaken en een DT-Swiss 240 naaf, waardoor de wielset 1.520 gram zou moeten wegen. De R-S is 90 gram zwaarder en gebruikt DT-Swiss 350 binnenspaken.

7. innovatieve integratie

Op de SystemSix Hi-MOD vind je een hele reeks aerodynamisch geoptimaliseerde onderdelen die vernoemd zijn naar KNØT, een meeteenheid die snelheid meet. Dit zijn onder andere:

Net als bij zijn voorganger heeft het Cannondale team veel moeite gedaan om de bekabeling van de nieuwe SuperSix EVO te verbergen.

De grootste verandering, afgezien van de upgrade van de cockpit, is een compleet nieuw stuurbuisontwerp. De Delta stuurbuis heeft naar verluidt een kleiner frontaal profiel, wat de aerodynamische efficiëntie verbetert. Tegelijkertijd is ook de kabelgeleiding herzien. Terwijl bij het vorige model de kabels voor het bovenste balhoofdlager werden geleid, lopen ze bij het nieuwe ontwerp door het balhoofdlager aan weerszijden van de deltavormige stuurbuis, wat de monteurs thuis waarschijnlijk tot ergernis zal stemmen. De geïntegreerde bekabeling is consistent in het hele assortiment, wat betekent dat alle fietsen, van de LAB71 tot de carbon modellen, dezelfde gestroomlijnde, kabelvrije look hebben.

8. Minder onderhoud

Hoewel Cannondale een stap terug heeft gedaan op het gebied van kabelgeleiding, zoals mecaniciens zouden beweren, heeft het bedrijf een aantal kwaliteitskenmerken in het frame ingebouwd die het onderhoud iets eenvoudiger zouden moeten maken. Ondanks de introductie van de BB30 standaard, heeft Cannondale gekozen voor een 68mm BSA trapas als standaard op de vierde versie van de SuperSix EVO. Het vervelende kraken is verleden tijd!

De eigen steekassen zijn verdwenen, het vernieuwde model rijdt met standaard 12x100 mm steekassen voor en 12x142 mm steekassen achter van Syntace. De Di2-accu is ook verplaatst, met een speciale aansluiting direct voor de trapas, waardoor Di2-kabels kunnen worden vervangen zonder het crankstel te verwijderen. Alle modellen in de SuperSix EVO-serie zijn compatibel met het SmartSense-systeem van Garmin verlichting en radars, dat ook wordt gebruikt in de Synapse.